De onroerende zaakbelastingen (ozb) verhogen we met de inflatiecorrectie (1,4%). Dit leidt tot een structurele extra opbrengst van circa € 70.000 per jaar.

Op basis van de meicirculaire is de Algemene uitkering opnieuw berekend. Dit leidt tot een voordeel van € 1,5 miljoen in 2018. Dit voordeel daalt tot € 1,3 miljoen in 2021.

In het verleden (bij de 1e wijziging van de begroting 2017) hebben we een stelpost van € 300.000 in 2019 en van € 400.000 vanaf 2020 opgenomen. Deze stelpost was een “correctie” op de gunstige ramingen van het rijk. We ramen deze stelpost weer af en volgen de circulaires.

De stelpost onvoorzien hebben we meerjarig op € 25.000 gezet. Dit levert met name in 2018 een groot incidenteel voordeel op. In 2019 betekent dit een  incidenteel nadeel en in de jaren 2020 en verder een structureel voordeel.

De ramingen voor uitgaven in het kader van het sociaal domein zijn geactualiseerd. Zie de toelichting op programma 1 Inwoner. Deze bijstelling leidt ertoe dat we in 2018 de risicoreserve € 156.000 minder hoeven aan te wenden. Voor 2019 kunnen we nog een beroep op deze reserve doen van € 696.000. Hierna is de reserve nihil.

Tabel: Financiële vertaling (beleidsmatige) ontwikkelingen

Opbrengst ozb

Algemene uitkering

Stelpost acress

Stelpost onvoorzien

Inzet reserve Jeugd & Wmo